De uitstervende mens

Credits foto: Unsplash
November 16, 2021

Is de behoefte tot sterven (en op den duur uitsterven) louter aanvulling op de existentiële leegte, vroeg Akademie van Kunsten-lid Michael Tedja zich af tijdens zijn lezing 'De uitstervende mens'.

Michael Tedja hield zijn lezing op de bijeenkomst Het grote uitsterven dat literair tijdschrift De Gids en de Akademie van Kunsten zondag 14 november organiseerden.

Tijdens deze bijeenkomst over het uitsterven van soorten stond de lezing van de Duitse schrijfster en 'expert in het uitsterven' Judith Schalansky centraal. Ook H.M. van den Brink, Moya de Feyter, Maarten Inghels, Wytske Versteeg, en trekvogelecoloog en KNAW-lid Theunis Piersma hielden een voordracht. Daarnaast werden er videowerken van de kunstenaars Charlotte Dumas (met gezongen tekst van dichter en Akademielid Maria Barnas) en Minne Kersten getoond.

De volledige tekst van de lezing van Michael Tedja is als volgt:

De uitstervende mens

Besten, het is telkens hetzelfde liedje. Een overvloed aan spullen die symbool staat voor het overstuurde neoliberalisme. De wereld is een afvalbak en de mens consumeert zich kapot. Ik zie geen verschil in de rommel die zij verzamelt en de zogenaamde winst die zij maakt. Die winst is en blijft rommel. Het ontstijgt het banale niet. Zij zetten zich af tegen een geestelijke elite die in hun ogen de macht heeft en die misbruikt. Hebben zij daar gelijk in? Ik heb naar de teloorgang van de mens met veel interesse gekeken en ik kan het mij heel goed voorstellen dat het verdwijnen van die mens op den duur voor wat problemen zal zorgen. De mensen maken het zichzelf niet gemakkelijk. Die willen veel. Veel te veel. Het organiseren en verzamelen van spullen en geld lijkt het allerbelangrijkste. De mens gebruikt daarbij verschillende technieken en materialen. Haar uitkomsten zijn eenduidig te noemen. Dat is precies wat de mens wil, begrijp ik. Waarom doet de mens zichzelf dit aan? De grondgedachten zijn bedacht door de mens, uitsterven is een term die zij zelf heeft bedacht. De mens ziet haar eigen concept daarbij dus als leidend en geeft het uitsterven vorm. Dit is problematisch. Het blijft een gesprek met haar spiegelbeeld. Er worden tijdens hun sterven weliswaar nieuwe stemmen gezocht om de discussie te verlevendigen en om haar voort te zetten, maar het afsterven van een lichaam met brein is een verre van academische bezigheid. Persoonlijk ervaar ik het niet als iets urgents of vernieuwend, dat sterven. Of is de behoefte tot sterven (en op den duur uitsterven) louter aanvulling op de existentiële leegte? Ach, er zijn in de poëzie veel betere dingen gedaan. De lezende mens sterft beetje bij beetje na het lezen van een goed gedicht. Dat is een filosofische vorm van sterven. De ware lezer stelt zich open en wordt een filosoof. Dat is iemand die een allesomvattend systeem zoekt waarmee de wereld beschreven kan worden. Het grote verschil tussen een doodnormaal mens en een filosoof, is dat de eerste een herkenbaar beeld van de wereld zoekt waarin uitleg en herkenning de hoofdrol spelen en de tweede naar de waarheid zoekt. Anders gezegd, de eerste wil alles uitgelegd krijgen (anekdotisch) en de tweede wil zelf zoeken naar een verklaring (metafysisch). Ik vind het op zich nauwelijks een prestatie te noemen om van geld god te maken. Zij die dat geloof aanhangen zijn mensen die sowieso geïnteresseerd zijn in het laten verdwijnen van alle medemenselijkheid. Zij zijn een mooie aanvulling op de levende doden. De geïnformeerden, zij die er iets van proberen te maken hier op aarde, die hebben pech. Zij zijn in de minderheid en verrichten hun werk tevergeefs. Zij verzetten zich tegen de camp en kitsch die de meerderheid haar opdringt. Ach ja, camp en kitsch zijn tegenwoordig ook een vorm van kunst. Dat is waar. Die wansmaak kan vermakelijk zijn op z’n tijd, maar uiteindelijk is het de ernst die ontbreekt. Een gebrek dat uitdijt en waar geen controle over is. Het ontbreken van de ernst is een succesverhaal waar natuurlijkerwijs geen succes in te vinden valt. Het overkomt de stervende mensen en onderwijl spelen zij allen de onschuld, want een complexe kijk op de mens daar koop je niks voor. De geïnformeerden zijn niet opzoek naar een eenduidig beeld van de werkelijkheid, zoals ik eerder schreef. Wat zij zien is daarom niet meteen te vatten. Een meerduidige wereld valt niet één, twee, drie te begrijpen. Wel te lezen als een kritiek op en tegelijkertijd een herwaardering van de menselijkheid. Het biedt de mogelijkheid van een menselijke en levendige wereld. De geïnformeerden, die zielenpieten, stellen zich wat afstandelijk op door te zeggen dat de ander ingevoerd moet zijn (op een bepaald niveau) voordat het toegang kan krijgen tot hun wereld. Dat zou je als stervende mens op kunnen vatten als een arrogante houding tegenover de ander. Is dat zo? Ik vind het eerder getuigen van ambitie. Zeker van een minderheidsgroep die veel te verduren krijgt. Haar irrelevantie wordt haar dag in dag uit ingewreven. Het heeft daarom iets dappers, om een strijd te leveren met afgedane zaken als liefde en vertrouwen. Die vermaledijde elite, zij die er iets van proberen te maken hier op aarde, bevraagt, in mijn ogen, de machtspositie van de doodseskaders van de ongeïnformeerden.

Images

Cookie settings