Wat interesseert jou zo in dit onderwerp?
“Het zijn twee dingen. Aan de ene kant is er het surtout de table dat allerlei vormen kan hebben. Die zijn fascinerend en kunnen soms heel absurd zijn. Het creëren van een heel universum dat qua formaat past op een tafel vind ik heel erg leuk. Die tafeldecoraties destijds waren echt niet bescheiden maar bleven wel altijd binnen de grenzen van het tafeloppervlak. Dat je ook iets figuurlijk groots, zoals de geschiedenis van een gebouw, op een behapbare manier kan presenteren binnen die beperkte ruimte vind ik heel mooi.”
“Deze interesse heeft ook te maken met mijn achtergrond in de architectuur. Daarin werken we vaak met modellen. Je kunt immers niet het hele gebouw bouwen en daarna concluderen 'Oh nee, doe toch maar baksteen in plaats van beton’. Ik voel me vertrouwd met schaalmodellen en met deze werkwijze.”
En het tweede deel van jouw fascinatie?
“Wat mij in eerste instantie drijft, is het kijken naar dingen. Ik heb architectonische vormgeving gestudeerd, in dat vakgebied houd je je bezig met wat een ruimte is en hoe die tot stand komt. Een ruimte als uitgangspunt voor mijn werk vind ik heel prettig. Dat is mijn eerste taal, nog vóór ik met mensen in gesprek ga. Ik ga liever eerst met het gebouw in gesprek. Als ik daar begin, dan volgen alle mensen die daarbij horen vanzelf.”
"Dus ik hou ervan om naar gebouwen te kijken. Ik word bijna het gebouw. En vanuit die positie doe ik allerlei waarnemingen, over de geschiedenis van het gebouw over hoe het in elkaar zit. Ook over hoe de organisatie en het systeem dat er in zit elkaar beïnvloedt. Op allerlei manieren. Zowel esthetisch of organisatorisch. Die zitten in het gebouw verweven.”